Ga zaaien!
Kruiden houden over het algemeen van een zonnige standplaats. Je vindt ze vooral op open plekken zoals graslanden, dijken en in bermen. Een wat schralere bodem geniet de voorkeur omdat ze anders te veel concurrentie van grassen ondervinden.
Zaaien
Zaai in augustus – september, het moment van de natuurlijke zaadval. Je hebt van kruiden maar heel weinig zaad nodig. Zo’n 1 gram per m2. Elk zaadje wordt namelijk een plant. Dat is heel wat anders dan wanneer elk zaadje een grassprietje wordt.
Zo weinig zaden zijn wel lastig gelijkmatig te verdelen over een oppervlak. Door de zaden te mengen met fijn zand of zemelen kun je ze gelijkmatiger uitstrooien en je ziet direct waar je al bent geweest!
Wanneer de zaden een plekje op de grond vinden, zorgen wind en regen dat ze voldoende met aarde bedekt worden. Dit kun je zelf uiteraard nabootsen door lichtjes in te harken. Sproeien is niet nodig. De zaden blijven in kiemrust tot de juiste omstandigheden (temperatuur/ vocht) ontstaan. Je kunt dus gerust wachten op de eerste regenbui. Zijn de zaadjes echter eenmaal ontkiemt, houd dan wel in de gaten dat ze niet uitdrogen.

Meng żaden męt zand om deze gemakkelijker gelijkmatig te verspreiden.
Genieten
Over een aantal maanden kun je genieten van alle geuren en kleuren in jouw kruidenstrook. Het zal er gonzen van de vlinders en bijen. Maai de bloemen niet voordat ze in het zaad komen. Anders kunnen ze zich aan het eind van de zomer niet uitzaaien. Volgende jaar wil je immers weer genieten!