Tuinvogels
Elk jaar vindt in januari de nationale tuinvogeltelling plaats. Dit jaar op 28, 29 en 30 januari. De komende vier weken zetten we daarom in het teken van tuinvogels. Dan ben je er straks helemaal klaar voor om mee te tellen!
Oost west, thuis best
Er zijn verschillende tuinvogels die jaarrond in Nederland verblijven. Denk aan de merel, ekster, grote gaai en de grote lijster. Ook de kleinste vogeltjes van ons land zijn behoorlijk dapper. Staartmezen, pimpelmezen, koolmezen, winterkoninkjes en steeds vaker ook de tjiftjaf blijven hier in de winter. Ondanks dat het insecteneters zijn en die zijn in de winter moeilijker te vinden.
Wintergasten
In de winter trekken we ook een heel aantal wintergasten aan. Vakantiegangers uit Scandinavië die hier overwinteren. Zelf blijf ik nog altijd erg gek op het roodborstje. Een kleine bosvogel die graag in bomen en struiken zit. Ook de keep trekt vanaf oktober/november naar ons land. Hij is dol op beukennootjes! In de tuin kun je hem ook tegenkomen, mits er boomzaden (van de beuk) te vinden zijn. Een wintergast die dol is op bessen, is de koperwiek. Vruchten zitten vol met suikers en leveren snel energie.
Tuinreservaat
Maak van je tuin een tuinreservaat. Een paradijselijke leefomgeving voor vogels en andere dieren. Wil je weten welke vogels bij jou in de buurt wonen? Maak gebruik van de postcode vogelcheck op de website van de vogelbescherming en ontvang tips hoe je jouw tuin voor deze vogels geschikt kunt maken.
Zo kun je elk jaar proberen je tuin aantrekkelijker te maken voor vogels. Want een tuin is altijd in ontwikkeling. Dit zijn mijn doelsoorten voor aankomend jaar, waarvoor ik de tuin beter wil inrichten.

Winterkoning
Een van de planten waarmee je een winterkoning blij maakt, is de hop. Een inheemse slingerplant die heel veel insecten aantrekt. Hop groeit mooi dicht en leent zich om een mooi koepelnest in te maken. Zo vormt de winterkoning een veilig thuis.
Een winterkoning kruipt graag als een muis tussen de begroeiing door. Daar zoekt hij naar zaadjes en kleine beestjes. Op een composthoop is hij in zijn element. Door bladeren onder de struiken te harken kan hij beschut zijn maaltijd bij elkaar scharrelen.

Groenling
Groenlingen zijn echte zadeneters. Het maakt ze niet uit hoe je de zaden aanbiedt, als het er maar veel zijn en makkelijk bereikbaar. Ons voederhuisje naast het kantoor zit vol met zonnebloempitten. Ik houd er een paar achter de hand om in mei te zaaien. Dan genieten we deze nazomer van zonnebloemen, bijen en hommels. Als de zaden rijp zijn, komt de groenling ze vanzelf halen.
Een nest houden groenlingen graag goed verborgen in een dichte struik of boom. Het liefst een stekelige plant zoals een egelantier, hondsroos of meidoorn. Coniferen zijn door hun dichte takstructuur ook een geliefde nestplaats.

Roodborstje
Een roodborst houdt van rust en is gevoelig voor verstoring. Ze vinden het heerlijk om op zichzelf te zijn. Buiten het broedseizoen dulden ze geen ander roodborstje in hun territorium. Toch zijn ze ook nieuwsgierig en raken ze vaak vertrouwd met hun mede tuinbewoners. Net als de winterkoning scharrelt hij graag op de grond zijn kostje bij elkaar tussen de bladeren. Wanneer je aan het wieden bent, houden ze je goed in de gaten. Wellicht komt er meer boven!
Je kunt voor roodborstjes een rustplek maken door de aanplant van dichte bomen en struiken die je afwisselt met lagere vaste planten.
Ga naar de website van de vogelbescherming en stel jouw to do lijstje samen!